Wat betekent trabajo in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord trabajo in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van trabajo in Spaans.

Het woord trabajo in Spaans betekent werken, bewerken, verdraaien, bewerken, bewerken, arbeiden, werken, ontwikkelen, werk, werk, werk, werk, werkplaats, werkplek, werk, werkstuk, werk, arbeid, werk, werkstuk, handwerk, directe loonkosten, opdracht, kost, stiel, paper, klus, prestatie, taak, plicht, baan, beroep, inspanning, moeite, werk, beroep, baan, arbeidsplaats, betrekking, service, ambacht, doorwerken, aan het werk houden, onbruikbaar. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord trabajo

werken

verbo intransitivo

Trabaja en el banco.

bewerken, verdraaien

verbo transitivo

Trabajó el alambre para hacer un lazo.

bewerken

verbo transitivo

El carpintero trabaja las piezas para hacer una mesa.

bewerken

verbo transitivo (agricultura)

El agricultor trabajaba la tierra.

arbeiden, werken

verbo intransitivo

Los campesinos medievales se pasaban toda la vida trabajando.

ontwikkelen

(figurado)

Trata de cultivar una actitud desapegada.

werk

¿Cuál es tu trabajo? Yo soy dentista.

werk

Su trabajo en el coche mereció la pena el resultado.

werk

nombre masculino

Un recogedor de manzanas hace un trabajo agotador, desde el alba hasta el anochecer.

werk

No me gusta este trabajo, ¿puedo hacer algo diferente?

werkplaats, werkplek

(lugar)

Ése es su lugar de trabajo. Sí, en ese edificio.

werk

Hace uno que otro trabajo en esa tienda.

werkstuk

nombre masculino

Los estudiantes de arte llevaron su trabajo a los restiradores.

werk

El trabajo estaba manifiestamente bien hecho.

arbeid

nombre masculino (física) (natuurkunde)

En física, el trabajo se refiere a la transferencia de energía.

werk

El banco proporciona empleo a muchas personas.

werkstuk

El túnel es una obra de ingeniería impresionante.

handwerk

La canasta es un bello ejemplo de un trabajo local.

directe loonkosten

opdracht

nombre masculino

Como traductor hago dos o tres trabajos cada semana.

kost

¿Cuál es tu trabajo? Soy dentista.
Wat doe je voor de kost?

stiel

El trabajo de los impresores ha cambiado desde los tiempos de los tipos metálicos.

paper

nombre masculino (tarea escolar)

El viernes tengo que entregar un trabajo sobre la Revolución Francesa.

klus

(figurado, irónico) (slang)

Está cumpliendo condena por aquel trabajo de las tarjetas de crédito que salió mal.

prestatie

nombre masculino

¡Qué trabajo es arreglar a los niños para la fiesta!

taak, plicht

nombre masculino

Es trabajo del inspector revisar los boletos.

baan

Necesito encontrar un nuevo empleo.

beroep

Christine encuentra su ocupación de escritora muy satisfactoria.

inspanning, moeite

Sólo una labor dedicada hará triunfar a este proyecto.

werk

Su deber era reabastecer los anaqueles en la tienda.

beroep

Mucha gente joven tiene dificultades para encontrar empleo.

baan, arbeidsplaats, betrekking

Busco un puesto en el negocio editorial.

service

La nueva guardería infantil prestará un servicio muy necesario a los padres que trabajan.

ambacht

Odiseo usó el oficio y astucia para salvar a sus hombres del cíclope.

doorwerken

Trabajó duro.

aan het werk houden

locución verbal

El jefe los hizo trabajara hasta tarde.

onbruikbaar

locución adjetiva

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van trabajo in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van trabajo

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.