Wat betekent nascer in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord nascer in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van nascer in Portugees.
Het woord nascer in Portugees betekent geboren worden, groeien, op, opkomst, opgang, opkomen, ontstaan, zich wortelen, zich nestelen, zonsopgang, zonsopkomst, zonsopgang, tandjes krijgen, zitten, brommen, zonsopgang, daglicht. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord nascer
geboren worden
Jane nasceu em março. Algumas pessoas nascem surdas. |
groeien(haar) Tento arrancar os pêlos que sobram da sobrancelha assim que nascem. |
opverto intransitivo (sol) O sol já nasceu? |
opkomst, opgangsubstantivo masculino (sol, lua) |
opkomen
|
ontstaan
Como sua ideia de escrever o livro se originou? |
zich wortelen, zich nestelen(ideia: estabelecer-se, consolidar-se) (figuurlijk; idee) |
zonsopgang(hora) Dan saiu ao nascer do sol, já que ele tinha um longo caminho para viajar nesse dia. |
zonsopkomst, zonsopgangsubstantivo masculino |
tandjes krijgen(bebê: surgimento dos dentes) |
zitten, brommen(gíria) (informeel) Ela está mofando na cadeia por fraude. |
zonsopgang(evento) Rachel sentou-se na varanda com uma xícara de café, assistindo ao nascer do sol. |
daglicht(manhã) |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van nascer in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van nascer
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.