Wat betekent ligar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord ligar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van ligar in Portugees.

Het woord ligar in Portugees betekent starten, aandoen, aanzetten, bellen, opbellen, afbinden, iets verbinden met, opbellen, bellen, starten, bellen, telefoneren, opbellen, bellen, aansteken, verbinden, verbinden, opbellen, termineren, verbinden, aansluiten, iets verbinden, activeren, in gang zetten, kunnen schelen, iets doen, associëren, verbinden, bevestigen, vastmaken, opbellen, bellen, aaneengroeien, verzorgen, opbellen, bellen, samensmeden, verstrengelen, bellen,opbellen, telefoneren, combineren met, bellen, bij elkaar zoeken, bij elkaar krijgen, verbinden, binden, hechten, emotionele band, affectieve band, samenwerken met, klikken, richting aangeven, aarden, zich geen zorgen maken, geen aandacht besteden aan, met elkaar verbonden zijn, terugbellen, bevriend raken met iemand, aan-en-uit-, opnieuw starten, terugbellen, zich verbinden, met iemand bevriend raken, aarden, binden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord ligar

starten, aandoen, aanzetten

(máquina)

Ligue o carro. É hora de irmos.

bellen, opbellen

verbo transitivo

Eu vou te ligar amanhã para ver se está tudo bem.

afbinden

verbo transitivo (cirurg: ligadura) (medisch)

iets verbinden met

verbo transitivo

opbellen, bellen

Por favor ligue para a Patty hoje à noite e convide ela para nossa festa.

starten

verbo transitivo

Eu apertei o botão de partida, liguei o motor e decolei para um céu azul sem nuvens.

bellen, telefoneren

Se você não quiser escrever, pode sempre ligar.

opbellen, bellen

Ouvintes de rádio são encorajados a ligar para fazer comentários.

aansteken

verbo transitivo

Vá em frente e ligue o motor.

verbinden

verbo transitivo (nota musical) (muziek)

O C fica ligado à barra por meia batida.

verbinden

verbo transitivo (música) (muziek)

A semínima e a colcheia estavam ligadas.

opbellen

verbo transitivo (telefone)

Liguei para Fiona ontem, mas ela não atendeu.

termineren

verbo transitivo (cabo) (afsluiten met een afsluitweerstand)

verbinden, aansluiten

verbo transitivo

Eles conectaram os dois vagões ferroviários.

iets verbinden

verbo transitivo

activeren, in gang zetten

verbo transitivo (apparaat)

O fusível queimado acionou o gerador de emergência.

kunnen schelen, iets doen

Se você se importa, então vai doar dinheiro para a causa.

associëren

Por alguma razão, eu associei Max com pasta de amendoim.

verbinden, bevestigen, vastmaken

A costureira prendeu os botões como última etapa no conserto do vestido.

opbellen, bellen

(ligar de um telefone)

Edward telefonou para todos os seus amigos.

aaneengroeien

(van botten)

O médico mandou Seth não por peso sobre sua perna até os ossos se unirem.

verzorgen

Você cuidará de mim quando eu envelhecer?

opbellen, bellen

samensmeden, verstrengelen

(figurado)

A experiência uniu mais o grupo.

bellen,opbellen, telefoneren

verbo transitivo

Ela me telefonou ontem.

combineren met

verbo transitivo

bellen

Ela ligou ontem.

bij elkaar zoeken, bij elkaar krijgen

Neste jogo, você tem que combinar as cartas com a mesma figura.

verbinden

(conectar mentalmente)

O detetive associou o suspeito à cena do crime.

binden, hechten

verbo transitivo

Segure o painel de madeira no lugar por alguns minutos enquanto o adesivo os une.

emotionele band, affectieve band

verbo pronominal/reflexivo (emocionalmente)

Julie sente que ela precisa de mais tempo para se ligar ao seu novo animal de estimação.

samenwerken met

(agir em grupo)

klikken

(figurado, unir-se por vínculos)

A partir do momento que nos encontramos, nós nos conectamos.

richting aangeven

(auto)

Você sempre deve sinalizar para os outros quando está prestes a fazer uma curva.

aarden

Essa conexão aterra o dispositivo para evitar que ele dê choque.

zich geen zorgen maken

geen aandacht besteden aan

(desconsiderar)

met elkaar verbonden zijn

terugbellen

Vou retornar assim que possível.

bevriend raken met iemand

verbo pronominal/reflexivo

aan-en-uit-

expressão verbal (in samenstellingen)

A tela do computador fica ligando e desligando.

opnieuw starten

(carro)

terugbellen

expressão

Eu ligo de volta para ela mais tarde.

zich verbinden

verbo pronominal/reflexivo

Os vagões ligavam-se para formar um trem mais longo.

met iemand bevriend raken

verbo pronominal/reflexivo

Minha esposa e eu nos ligamos pela primeira vez quando estávamos no ensino médio.
Mijn vrouw en ik raakte voor het eerst met elkaar bevriend toen we op de middelbare school zaten.

aarden

locução verbal (eletricidade)

binden

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van ligar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.