Wat betekent historia in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord historia in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van historia in Spaans.
Het woord historia in Spaans betekent geschiedenis, geschiedenis, verhaal, verhaal, relaas, verhaal, vignet, smoesje, excuusje, legende, verhaal, verklaring, afgedane zaak, er geweest zijn, geschiedenis zijn, smartlap, tranentrekker, liefdesroman, rijk aan, dat is een ander verhaal, detectiveroman, ziektegeschiedenis, human interest artikel, zielig verhaal, triest verhaal, dossier, medisch dossier, een verhaal vertellen, spookverhaal, griezelverhaal, geschiedenisstudent, aller tijden, ooit. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord historia
geschiedenisnombre femenino Me encanta leer acerca de la historia de la Segunda Guerra Mundial. |
geschiedenisnombre femenino Eligió Historia cuando estaba en la universidad. |
verhaal
Por favor, cuéntanos una historia. |
verhaal
Los amigos se reunieron alrededor del fuego y empezaron a contarse historias. |
relaas, verhaal
El viejo marinero les contó una historia sobre sus días en el mar. |
vignet(kort verhaal) |
smoesje, excuusje(coloquial) Me contó una historia de que su perro se había comido sus deberes. |
legende
La obra es una versión moderna de las antiguas leyendas artúricas. |
verhaal
Los estudiantes escribieron narraciones sobre los hogares de su infancia. |
verklaring
Según su relato, apagó el fuego él solito. |
afgedane zaak(informeel) |
er geweest zijnlocución verbal (figuurlijk, informeel) ¡Cuando el jefe se entere de que perdiste a ese cliente eres historia! |
geschiedenis zijnlocución verbal Lo que hizo hace veinte años ahora es historia antigua e irrelevante. |
smartlap, tranentrekker(irónico) (informeel) Continúa con el trabajo, ¡no quiero escuchar más tus tragedias! |
liefdesroman(libro) A Linda le gusta leer romances. |
rijk aan(geschiedenis) |
dat is een ander verhaalexpresión (informeel) Cantar pop es relativamente fácil, pero cantar ópera... Ésa es una historia diferente. |
detectiveroman
|
ziektegeschiedenis
El doctor leyó la historia clínica del paciente. |
human interest artikel
La periodista está trabajando en una historia de interés humano. |
zielig verhaal, triest verhaal
El hombre nos contó una historia de mala suerte antes de pedirnos dinero. |
dossier, medisch dossier(medisch bestand) El doctor estudió los datos registrados en la historia médica del paciente. |
een verhaal vertellen(figuurlijk) Toda imagen hace una crónica. |
spookverhaal, griezelverhaal
|
geschiedenisstudent
Como estudiante de historia, Walt siempre ha estado interesado en aprender acerca de civilizaciones pérdidas. |
aller tijden, ooitexpresión |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van historia in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van historia
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.