Wat betekent game in Engels?
Wat is de betekenis van het woord game in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van game in Engels.
Het woord game in Engels betekent spel, spelletje, spelletje, grapje, wedstijd, partij, game, sport, bereid, spel, plan, strategie, speelwijze, wild, gym, gymnastiek, spelen, gokken, game, game, game, match, game, game, match, game, match, board game, play along, play along, game laws, card game, game of chess, rule of play, rule of the game, video game, andere stand van zaken, balspel, honkbalwedstrijd, groot wild, bordspel, eindspel, slotfase, eindfase, goed doelwit, voetbalwedstrijd, voetbalwedstrijd, vogel waarop gejaagd mag worden, revolutionair, jachthond, sportvis, sportvissen, jager, jagen, kansspel, behendigheidsspel, strategie, tactiek, speelzaal, recreatieruimte, spelprogramma, verloren strijd, stuk, zich aan de regels houden, dopjesspel, zwendel, oplichterij. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord game
spel, spelletjenoun (organised play) We play various games after school. |
spelletje, grapjenoun (fun activity) They were just games - nothing serious. |
wedstijd, partijnoun (sport: session, match) Shall we watch the tennis game later? |
gamenoun (tennis, etc: unit of play) (deel van wedstrijd) With this point, he will win game, set and match. |
sportnoun (sport) Basketball is a fun game to play. |
bereidadjective (willing) We're going to the bar tonight. Are you game? We gaan naar de bar vanavond. Ben je ook van de partij? |
spelnoun (informal (sports: performance) His game was off for the entire month of May, though it improved in June. |
plannoun (scheme) The mafia's game was to offer protection services to businesses for a fee. |
strategie, speelwijzenoun (strategy) The coach made his game clear to the players. |
wildnoun (animals hunted) We hunt game such as wild turkey. |
gym, gymnastiekplural noun (UK, informal (school subject: sports) I love English and history, but I really hate games! |
spelenplural noun (olympic) The Olympic Games were held in Barcelona in 1992. |
gokkenintransitive verb (slang (gamble) We go to Las Vegas once a year to game. |
game(activiteit ter ontspanning) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
game(gezelschapsspel) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
game(wedstrijd, partij) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
match, game(wedstrijd, duel) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
game(anglicisme) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
match, game(anglicisme) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
match(wedijver tussen mensen) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
board game
(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
play along(meedoen met een grap) (phrasal verb, intransitive: Verb with adverb(s) or preposition(s), having special meaning and not taking direct object--for example, "make up" [=reconcile]: "After they fought, they made up.") |
play along(meedoen bij bedrog) (phrasal verb, intransitive: Verb with adverb(s) or preposition(s), having special meaning and not taking direct object--for example, "make up" [=reconcile]: "After they fought, they made up.") |
game laws(jachtrecht) (plural noun: Noun always used in plural form--for example, "jeans," "scissors.") |
card game(gezelschapsspel) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
game of chess(figuurlijk (langdurige strijd) (figurative) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
rule of play, rule of the game(reglement) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
video game(elektronisch spel) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
andere stand van zakennoun (US, informal, figurative (changed situation) That puts matters in a different light. It's a brand new ball game now. |
balspelnoun (sport played with ball) No ball games are allowed in this park. |
honkbalwedstrijdnoun (US, informal (baseball match) When my dad takes me to a ball game, he always buys me a hot dog. |
groot wildnoun (large animals pursued by hunters) The reserve provides the opportunity to see big game such as lions and elephants. |
bordspelnoun (game played with tokens on a flat board) We spent all afternoon playing board games because the weather was so bad. |
eindspelnoun (final part of a chess game) (schaken) Because his rook was trapped, Brian found himself in the endgame of the chess match. |
slotfase, eindfasenoun (figurative (final stage of a process) The endgame will consist of comparing this year's sales numbers to last year's. |
goed doelwitnoun (figurative (justified as a target) The comedian saw everything and everyone as fair game for his jokes. |
voetbalwedstrijdnoun (soccer match) Chelsea won the football game 2-0. |
voetbalwedstrijdnoun (American football match) (American football) The Super Bowl is the final football game of the professional league season. |
vogel waarop gejaagd mag wordennoun (wild bird: hunted) Henry enjoyed hunting game birds such as woodcock, partridge and pheasant. |
revolutionairnoun (figurative, informal ([sth] revolutionary) James Joyce's Ulysses was a game changer in the history of the modern novel. |
jachthondnoun (for hunting) Hounds and setters make some of the best game dogs. Hounds en setters zijn een van de beste jachthonden. |
sportvisnoun (caught for sport) The crew hope to catch a variety of game fish such as tuna, blue marlin, and sailfish. |
sportvissennoun (sport: catching fish) The deep blue waters of the Andaman Sea are ideal for game fishing. |
jagernoun (hunts animals) (op wild) The game hunter was arrested for shooting a protected species. Het jager werd gearresteerd voor het fotograferen van een beschermde soort. |
jagennoun (tracking and shooting wild animals) (op wild) Highland Perthshire offers great opportunities for game hunting. |
kansspelnoun (activity: depends on luck) Dice is a game of chance. Dobbelsteen werpen is een kansspel. |
behendigheidsspelnoun (activity: depends on skill) Chess is a game of skill. Schaken is een behendigheidsspel. |
strategie, tactieknoun (strategy) The game plan was to avoid an early goal while frustrating the other team in midfield. |
speelzaal, recreatieruimtenoun (recreation area) The nursing home residents gathered in the game room to play bingo. De bewoners van het verpleeghuis zijn verzameld in de speelzaal om bingo te spelen. |
spelprogrammanoun (tv or radio quiz) It's one of television's most popular game shows. You don't have to be brilliant to win a game show. |
verloren strijdnoun (figurative ([sth] doomed to failure) (figuurlijk) Fighting the government is a losing game. |
stuknoun (board game counter) (bordspel) After rolling the dice, she moved her piece forward five spaces. |
zich aan de regels houden(figurative (co-operate, conform) No wonder he's a success, he really knows how to play the game. |
dopjesspelnoun (guessing game) I'm pretty sure there's some kind of trickery involved in shell games. |
zwendel, oplichterijnoun (figurative (cheat, fraud) The investment scheme was a fraud - a real shell game. |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van game in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van game
Synoniemen
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.